zaterdag 10 juli 2010

Recenie 'Jaloezie'

Het zandmannetje op zijn best

De uit Mechelen afkomstige auteur Luc Deflo combineert het schrijverschap met een deeltijdse baan bij de Belgische bank KBC. Een aantal jaar geleden verruilde hij dit Antwerpse provinciestadje via een aantal tussenstops voor de Belgische hoofdstad, waar hij nog altijd woont met zijn vrouw van Zuid-Amerikaanse origine en hun zoontje.

Die verandering van omgeving werd ook weerspiegeld in zijn boeken, want drie jaar lang ruilde hij de reeks rond de Mechelse speurders Bosmans en Deleu in voor de avonturen van de leden van Cel 5 die zich in het Brusselse situeerden. Maar momenteel hebben maneblusser Deleu en zijn companen hun tweede adem gevonden - getuige daarvan is de bekroning van Pitbull met de Hercule Poirotprijs 2008 - en worden hun belevenissen afgewisseld met op zichzelf staande boeken als Angst en Lust.

Zijn meest recente pennenvrucht, die de titel Jaloezie meekreeg, is al het zestiende spannende boek van zijn hand en de elfde met Jos Bosmans en Dirk Deleu als voornaamste protagonisten. Hierin worden de speurders geconfronteerd met een niet alledaagse moord: in een doodlopend straatje in het rustige forensendorpje Leest. Hier wordt in haar huis het verminkte lichaam gevonden van de alleenstaande moeder Irene Vandesompel. Het buurtonderzoek levert, op wat sappige roddels na, weinig op. Maar hoe langer het onderzoek doorgaat hoe meer intriges tussen de bewoners van dat rustige straatje boven water komen: burenruzies, omkoping, buitenechtelijke relaties, stalking,... Er lijkt maar geen eind aan het lijstje te komen en steeds meer raken de speurders ervan overtuigd, dat de antwoorden op de vragen wie Irene vermoordde en waarom, besloten liggen in de verbanden tussen al die buurtbewoners.

Luc Deflo is met voorsprong de Vlaamse auteur met de meest directe schrijfstijl. Door het soms ongepolijst taalgebruik dat hij zijn personages in de mond legt, de soms uitzichtloze situaties waarin hij zijn slachtoffers manouvreert en zijn manier van verhalen die zonder veel tierlantijntjes recht op doel afgaat, onpopt hij zich tot de Stuart MacBride van het Nederlandse taalgebied. Enkel hetzelfde gevoel voor humor ontbreekt in zijn boeken. Ook in dit verhaal blijft de auteur trouw aan deze voor hem typische manier van vertellen.

Deze stijl impliceert dat er weinig inkt besteed wordt aan het intekenen van de locaties. Veel meer dan hier een daar een straat- of plaatsnaam zal de lezer niet terugvinden in Jaloezie, zelfs niet als de auteur hem meeneemt langs toch wel kenmerkende locaties uit de streek rond Mechelen. De auteur vindt zijn personages veel belangrijker dan het decor waarin zij zich bewegen en zij worden dan ook zeer menselijk, maar niet altijd fraai, getypeerd. De levensechtheid van deze figuren, en hun emoties kleuren het verhaal en zijn er voor een groot deel verantwoordelijk voor dat de lezer er zich onwaarschijnlijk snel in thuis voelt. Door de schaal van het oude gezegde dat ieder huisje zijn kruisje heeft een beetje uit te vergroten naar het niveau van een straat, zorgt hij voor herkenbaarheid, want net zoals ieder dorp zijn gek heeft, heeft iedere straat ook zijn markante figuur.
Wel is het even schrikken als de auteur meerdere malen hints rondstrooit die het einde van de loopbaan van hoofdpersoon Jos Bosmans langzamerhand in zicht lijkt te komen, maar de lezer moet zich maar vasthouden aan de spreekwoordelijke strohalm dat in de wereld van het boek “tijd een rekbaar begrip kan zijn”.

Zowel de plot als de ontknoping van Jaloezie zijn onwaarschijnlijk vergezocht maar zo magistraal in mekaar gepuzzeld dat de auteur er zonder enig probleem mee weg kan komen en het boek zich bij de betere in de reeks schaart. Als een volleerd zandmannetje strooit Luc Deflo bij het uitschrijven kilo’s zand in de ogen van zijn publiek, door het team van rechercheurs het ene na de andere scenario te laten ventileren in reactie op elke vooruitgang, tegenslag of dood spoor in het onderzoek. Dit laatste genereert zoveel vaart dat het soms lijkt alsof er wel tig moorden gepleegd worden door bijna evenveel verschillende daders. Maar aan het eind van de rit komt toch de meest voor de hand liggende dader bovendrijven. En net dat is misschien de achilleshiel van dit werk.

Met Jaloezie levert Luc Deflo het bewijs dat, ondanks het feit dat uitgeverij Manteau veel energie besteedt aan de promotie van haar zogenaamde Next Generation - bestaande uit Piet Baete, Toni Coppers en Bavo Dhooge – de oude garde nog lang niet klaar is om afgeschreven te worden. Het is dan ook een pageturner van formaat geworden met een verloop de naam labyrint waardig.

Eric Diepvens in Crimezone

Geen opmerkingen: