woensdag 11 mei 2011

Recensie 'Prooi'

Door: Marianne Kraai
Het zeventiende boek van de gelouterde Vlaamse schrijver Luc Deflo is wederom een succes. Prooi is een knappe psychologische thriller over de kwalijke gevolgen van lust en ontrouw, die zich afspeelt tegen het decor van de grauwe wijken van Belgische steden. Het boek is adembenemend spannend en houdt je in de houdgreep tot de laatste bladzijde.
Het is half elf ’s avonds als hoofdpersoon Inge Gerets na een personeelsfeest strandt op een verlaten Brussels metrostation. Nog minimaal een kwartier te gaan tot de metro komt, en ze voelt zich niet op haar gemak. Dan beseft ze dat ze niet alleen is. Een jonge allochtoon, zelfverzekerd en arrogant, staart haar aan alsof hij naar iets smerigs kijkt. Dan ziet ze de vuilniszak over de beveiligingscamera. Inge beseft dat ze als een rat in de val zit. Ze raakt in paniek.
Als de eveneens late reiziger en beursmakelaar Alex Dens haar uit de benarde en gevaarlijke situatie redt, ontstaat een korte romance tussen de twee. Inge weet op dit moment nog niet dat dit het begin is van een reeks schrikbarende gebeurtenissen die haar leven compleet overhoop zullen halen. Ze zet hiermee letterlijk haar huis, haard en leven op het spel.
Flitsende spanning en onverwachte bochten
Doordat Deflo veel gebruik maakt van korte, ritmische zinnen creëert hij een flitsende spanning waarbij hij zijn lezers nauwelijks de tijd geeft om adem te halen. Daarnaast schept de schrijver een sterk verhaal waarin je je goed kan inleven, onder andere door de geloofwaardige dialogen van zijn personages. De misdaadauteur wekt op deze manier zelfs begrip op voor de zieke geesten van de misdadigers in zijn verhaal.
Deflo neemt in zijn boek zeer veel onverwachte bochten en wendingen, zonder dat hij de controle over het verhaal verliest. Een verrassende gebeurtenis leidt meteen een nieuw vraagstuk in, waardoor een web van intriges en speculaties ontstaat.
Grauwe sfeer versus stoffig imago
Het ruwe en grove taalgebruik dat de Vlaamse schrijver hanteert, past goed bij de vergane stedelijke wijken van Mechelen en Brussel, waar het verhaal zich afspeelt. Het resulteert in een kille en botte sfeer, die de meedogenloosheid van de gevoelloze personages weer extra kracht bijzet.
Een enkel puntje van kritiek: de bijrol van politiecommissaris Schele Pierre Vindevogel is voor fervente Deflo-lezers misschien hilarisch, maar voor een beginner enigszins verwarrend. Hij past door zijn menselijke trekjes en stoffige imago ook niet goed bij de grauwe omgeving van ‘het Brusselse’.
Toch doet deze kanttekening niets af aan het feit dat het verhaal spannend blijft en resulteert in een daverend plot. De lezer van Delfo’s nieuwste boek is in deze zelf de ‘prooi’; hij wordt tot aan de laatste bladzijde meegesleept in het huiveringwekkende verhaal.

"Cultuurbewust Nederland"

Recensie 'Prooi'

Op een avond komt Inge van een personeelsfeestje in Brussel. In het metrostation lijkt er maar geen stel af te komen en ze aarzelt om een taxi te nemen. Als op het verlaten perron een jonge allochtoon haar arrogant aanstaart, geraakt ze in paniek en ziet dat over de bewakingscamera een vuilniszak hangt. Toeval? Twee thrillers per jaar schrijft Luc Deflo de jongste tijd. Sinds zijn debuut in 1999 is ‘Prooi’ zijn zeventiende misdaadroman. In al die tijd heeft hij met degelijk werk een trouw en talrijk lezerspubliek opgebouwd.

Knack

Recensie 'Prooi'

Verrassend
Prooi is al de zeventiende thriller van Deflo, maar toch slaagt hij erin om ons steeds weer te verrassen met goed uitgedokterde en originele scenario’s. Verrassend is het minste wat we kunnen zeggen van dit pareltje. Zowel de lezer als de personages worden een paar keer op het verkeerde been gezet waardoor het verhaal razend spannend blijft. Belangrijk is ook dat de wendingen realistisch blijven en dat we niet het gevoel krijgen in een Bondfilm te zitten.

Prooi leest erg vlot. De schrijfstijl van Deflo is ritmisch. Hij heeft de gave om kort en bondig te schrijven. Hij voelt automatisch aan wanneer hij iets gedetailleerder moet beschrijven en wanneer de lezer de details er zelf kan bij denken. Het is echt een verademing om een thriller te lezen die niet bol staat van nutteloze details. Bovendien verhogen de korte zinnen de spanningsgraad.

Prooi is een boek dat je in één ruk kan uitlezen. Het is vlot geschreven, razend spannend en staat bol van onverwachte, maar realistische wendingen. Na zijn vorige meesterlijke thriller Jaloezie, die eerder dit jaar verscheen, en deze steengoede detective kunnen we Deflo stilaan een klasse apart noemen in de Vlaamse misdaadschrijverswereld.

CJP-krant

Recensie 'Prooi'

Inge Gerets haast zich van een personeelsfeestje in Brussel, richting station. Ze wil de laatste trein naar Mechelen absoluut nog halen. Het metrostation Sint-Guido ligt er verdacht verlaten bij, wat Inge er bijna toe beweegt een taxi te bestellen. Tot ze beseft dat ze toch niet alleen is. Wat verder staat een jonge, zelfverzekerd ogende, allochtoon haar op te nemen. Moet ze blijven of weglopen? Ze schuifelt toch maar naar het uiteinde van het perron. En wat ze daar ziet, maakt haar helemaal ongerust. Een vuilniszak is over de bewakingscamera geschoven. Het begin van een verrassende reeks gebeurtenissen, die Inges leven compleet overhoop halen. Geen Deleu of Bosmans in deze sterke psychologische thriller, wel een hilarische bijrol voor Schele Pierre Vindevogel. Deflo begeeft zich met dit verhaal over lust, ontrouw en de kwalijke gevolgen ervan op het terrein van collega Patrick De Bruyn. Het is alleen, zoals we dat van Deflo mogen verwachten, een pak harder, brutaler en directer. Manteau, 320p, 21,95 euro

GVA

PROOI


Bijna middernacht. Inge Gerets komt van een personeelsfeestje in het chique Anderlechtse Westland Shopping Center. Ze moet voortmaken. Anders mist ze de laatste trein richting Mechelen. In Sint Guido, de dichtstbijzijnde metrohalte ligt het perron er verlaten bij. Op het signalisatiebord is welgeteld één rode stip te zien. Van een metrostel dat twaalf minuten geleden is vertrokken. Van inkomend verkeer geen spoor. Als ze een taxi overweegt en rechtsomkeert wil maken, merkt ze tot haar verbazing dat ze niet alleen is. De jonge allochtoon, zelfzeker en arrogant, staart haar aan alsof hij naar iets smerigs kijkt.

Blijven of weglopen? Kiezen. De essentie van het leven. Maar wat als er geen keuze is? Als het noodlot nonchalant je enige uitweg blokkeert. De roltrap. Inge beseft dat ze als een rat in de val zit. Ze panikeert. Waarom ik? Probeert zichzelf te sussen. Die jongen wacht gewoon op een vriend. Haar gemoed schiet vol en ze haast zich naar het eind van het perron, murw gebeukt door haar emoties. Ben ik een racist? De jonge allochtoon komt haar niet achterna. Op het signalisatiebord floept een rood bolletje aan. Nog tien minuten wachten. Inge haalt opgelucht adem. Als haar ogen langs de muur glijden, ziet ze een vuilniszak. Het ding hangt over de bewakingscamera. Is dat toeval? Of het begin van een verschrikkelijke nachtmerrie waaruit Inge nooit meer zal ontwaken?